Twijfel
Twijfel
Hij had al een aantal keren
Vaaglijk van zich laten horen
Vandaag was het dan zover
Twijfel belde aan
Ik liet hem binnen
Hij liep zonder plichtplegingen
Naar mijn plaatsje op de bank
Twijfel keek naar de stoel tegenover zich
Waar ik ben gaan zitten
Het was stil, ik hoorde het verkeer
Wat auto’s adem halen
Het gegrom van een vrachtwagen zo nu en dan
Een vliegtuig liet zich uit
En twijfel zat daar
Keek me aan
Achterin mijn oren
Hoorde ik zachtjes suizen
Als motregen op mijn trommelvlies
Twijfel zweeg
Kwam langzaam overeind,
legde zijn handen rond mijn keel
Duwde zachtjes maar nadrukkelijk
Zijn ellebogen onder mijn hart
Ik liet het gebeuren
Tot angst kwam,
En met zijn poten
Mijn lippen openkrabde
Jan Ketelaar