Haat elkander
Sape reed met de eigenaar van het bloemenparadijs Eldorado in een bestelbus naar Jelsum. “Is het goed dat ik nog wat krentenbolletjes koop?” zei Sape toen ze voorbij de bakker reden. De bloemenman stopte.”Dat is goed” zei hij. Sape kwam terug met vijf bolletjes in een zak. Ze reden weer. Het was ontspannen, er leek niet gesproken te hoeven worden. Sape had niet geholpen met het laden van de afrikanen. Er stonden zo’n drie honderd, achterin het busje, geel, oranje en oranje met donkerbruin.
Sape vroeg naar het bedrijf. De baas zei te proberen ieder personeelslid zoveel mogelijk een taak te geven en binnen die taak zoveel mogelijk vrij te laten. Het liep heel goed zei hij. De meeste hadden er meer verstand van dan hij. Zijn belangrijkste taak was boekhouding en de computergestuurde onderdelen bijhouden. Dat was zijn hobby. Hij sprak bedachtzaam en met liefde over zijn personeel.
“Hij lijkt het te menen”, dacht Sape toen de man de mensen prees die zijn bedrijf groot hadden gemaakt.
Ze kwamen aan in Jelsum en laadden de bloemen uit. “Zet ze maar niet te hoog” zei de man “en de eerste dagen veel water want het is warm en droog”.
Sape reed de afrikanen met de kruiwagen in porties naar de boomgaard. Hij gokte de grootte van het woord en begon met het vormen van de “H”. Er liep een vrouw voorbij “Wat een fleurig gezicht”zei ze “al die blijde bloemetjes”. “Ja” zei Sape en voelde spanning opkomen. De vrouw liep door. Sape liet de planten eerst in de potten en vormde het complete woord. Verdomd, het stond er echt. Op de glooiing stond luid en duidelijk in twee meter grote letters, “HAAT” in het gras. Hoewel z’n eigen bedenksel was het raar voor Sape het woord te lezen, onwezenlijk. Hij werd geroepen voor thee. Het zat niet echt gemakkelijk. Een vrijwilligster sprak na een tijdje “Waarom moet jij hier zo nodig “HAAT” in het gras schrijven, wat heeft dat voor zin?” Net toen Sape probeerde woorden te vormen werden de ogen glazig, alles rond de tafel werd stil, in trance, Sape hoorde het aanzwellende geluid van motoren. Een oorverdovend lawaai barstte los van overvliegende gevechtsvliegtuigen. Toen ze over waren keek iedereen alsof er niets gebeurd was. De vrouw ging op de zelfde toon verder “Wat je nu juist zou moeten doen is het positieve bekrachtigen” zei ze. Sape keek haar aan, zweeg. “Waarom doe je dit?”zei ze. “Dit wil een beeld zijn met paradoxale intentie” zei Sape “Er staat al jaren in de bijbel “Hebt uw medemens lief als uzelf en God boven alles”, ik dacht ik zet gewoon eens een keertje “HAAT” in het gras misschien helpt dat een beetje.” Het leek de vrouw niet op te vrolijken. Sape voelde geen uitnodiging om nog veel verder te praten en na een tijdje was de pauze afgelopen.
Hij ging de afrikanen planten. Eerst plaggen afsteken en de grond wat omspitten. “Wat komt daar te staan?” zei een dame. “HAAT” mevrouw” zei Sape, probeerde niet te weifelend te spreken. Ze liep hoofdschuddend verder. De “H”en de “A” waren klaar. Sape begon met de tweede “A “. Het was warm. Hij haalde water met een gieter uit de brede sloot rond de “Dekema-State”.
De volgende dag ging hij met de trein van 9.20uur van Groningen naar Leeuwarden en verder met de bus naar Jelsum. Hij hoefde niet zo vroeg te zijn. Een letter maken nam ongeveer anderhalf uur en hij had er al twee klaar. Sape had het bordje bij zich met inscriptie “Is wat jou beweegt hetzelfde wat je gaande houdt”. Hij wilde het later in de dag op een geschikte plaats zetten.
“Zo, ben je daar weer? “zei de beheerder
“Je bloemetjes zijn het gesprek van de dag, het werpt nogal wat stof op zeg, de achterliggende gedachte is niet echt duidelijk merk ik, maar je maakt de gesprekken wel los”. Er kwam weer een formatie vliegtuigen over. “Vanmiddag kunnen ze het lezen” dacht Sape. Hij liep richting afrikanen om verder te gaan met ingraven. “Je gaat hier echt mee verder hè?” zei de positief bekrachtigende vrijwilligster op dwingend vragende toon. “Ja” zei Sape “ ”bommen voor de vrede”.
Tijdens de derde letter kwam een groepje mensen langs. Een mevrouw vroeg “Wat komt daar te staan meneer, HART?” “Nee mevrouw, het wordt “HAAT” zei Sape. “Waarom doet U dat?” zei de vrouw. “Dit beeld heeft een paradoxale intentie mevrouw “zei Sape “Ik zou graag zien dat mensen elkaar bij het aanschouwen van dit woord spontaan begonnen te kussen”. Het groepje liep verder. Sape ging door met de aanplant. Toen het woord vrijwel klaar was stond de laatst genoemde mevrouw op een afstandje te kijken. Ze had het groepje ergens achter gelaten of misschien was het opgelost. “Wat betekent dat nou?” zei de vrouw “Wat staat daar nou? Ik begrijp er niets van! Wat staat daar nou?” “Daar staat haat mevrouw” zei Sape. “Ja” zei de vrouw “Dat zie ik maar wat betekent dat dan?” “Nou, dat je ergens een grote hekel aan hebt” zei Sape. De vrouw sprak nog wat luider en nog wat bozer “Maar wat betekent het?” zei ze “Ik snap er niets van!”.” Nou”, zei Sape “Ik haat bijvoorbeeld onverschilligheid”.
De vrouw stond verstijfd, ze keek kwaad richting Sape, even zweeg ze toen zei ze met strakke blik “Ik snap er echt helemaal niets van”. Sape kwam overeind, hij slikte even “Mevrouw” zei hij “Ik snap er ook niets van, om eerlijk te zijn snap ik er helemaal geen kloten van, ik zet niet voor niets “HAAT” in het gras, er hebben 800 miljoen mensen honger mevrouw er sterven er door gebrek aan voedsel 20 duizend per dag, ook kleine kinderen en we praten over geld en aandelen, we gaan dood aan te hard rijden, roken drinken, teveel eten en ondertussen kopen we nieuwe gevechtsvliegtuigen, de woorden normen en waarden fatsoen en moraal die komen mij de strot uit mevrouw”. Sape zweeg. De vrouw zweeg, ze kusten niet. Sape groef verder. “Mooie bloemetjes” sprak een voorbijgaande dame.
Er kwam een man bij Sape staan “Jij bent beeldhouwer?”sprak hij vragend. “Ik maak serieuze grappen” zei Sape”ik ben potzenmaker”. “Er komt hier toch ook een stenen beeld”zei de man. “Ja” zei Sape “morgen wordt het hier over de muur getild”. “Wat is het dan” zei de man. “Een kindje in een zwerfkei”zei Sape. “Heb jij dat gemaakt”zei de man een beetje met een toontje,”hoe heb jij dat gemaakt dan?” “Gewoon hakken” zei Sape “Met een widia-puntbeitel”.”Ik ben steenhouwer” zei de man “Ik ben steenhouwer en beeldhouwer” “Dat is mooi” zei Sape en glimlachte, de man keek niet onvriendelijk en groette Sape gedag.
De volgende dag werd de steen met het lieve kindje gebracht. “Waar wil je het hebben?” vroeg de vrachtwagenchauffeur. “Leg daar maar op het pad bij het bankje”zei Sape. Het zag er nu als volgt uit: Als je de tuin van de State binnen kwam lopen, dan zag je de afrikaantjes van afstand, het woord was zo te zien een fleurige border. Wanneer je rechts aan hield richting border, dan kwam je op een t-splitsing en stond je op de hoek van de boomgaard. Ging je naar rechts dan kwam je bij de steen met het lieve kindje, ging je naar links dan kwam je langs het woord “HAAT”, dat je vanaf de hoek niet kon lezen. Op de hoek stond in het gras het bordje met inscriptie “Is wat jou beweegt hetzelfde als wat je gaande houdt”.
Het was de opening. Sape zat op het bankje bij het lieve kindje. Hij las de catalogus waar in stond “Sape Tamsma noemt zijn werk “potzen” en zichzelf een “potzenmaker”. Tamsma werkt vanuit een engagement met zijn omgeving en zijn potzen zijn een relativering van de emotie die deze betrokkenheid bij hem oproept. Door deze relativering wordt de emotie voor hem te verdragen.” Het ging nog verder, “Over het werk op de Dekema State. Tamsma laat twee werkstukken zien: een steen met een meisjeskopje erin gehakt met de tekst “Is wat dy beweget itselde as wat dy geande hald?” en een woordtekening met afrikaantjes. Met bloemen het woord HAAT tekenen, verwijst naar de vreemde paradoxen die Tamsma in het menselijk gedrag bespeurt, het werken met steen, wat veel inspanning en tijd van de beeldhouwer vereist, vindt Tamsma een onderwerping aan het materiaal waarbij hij zich prettig voelt.
Dit ambachtelijk werken gecombineerd met installatie-achtige projecten geeft een goed beeld van Potzenmakerij Tamsma Voor meer informatie zie www.sapetamsma.nl .
Dat is nog niet eens zo beroerd gezegd, dacht Sape.
Met nette kleren kwam de steenhouwer/beeldhouwer langs. Hij kwam de Leeuwarder Courant brengen met een stukje over de tentoonstelling. Hij bekeek de steen, “Hoeveel werk?”zei hij. “Zo’n anderhalve maand”zei Sape. De beeldhouwer glimlachte “Niet slecht”zei hij. Hij liep langzaam richting de maaltijd die deel uit maakte van het feest, dat gegeven werd ter gelegenheid van de opening. Sape las het artikel met als titel “Dekema State geeft jonge kunstenaars een kans” Er werd onder andere geschreven “Het meest onopvallende werk komt van Sape Tamsma, 1958, afgestudeerd in 2002. Met bloeiende afrikaantjes vormde hij het woord “HAAT” in de boomgaard en er ligt een bescheiden steen waarin een slapend of overleden meisje is uitgehakt. “Is wat dy beweget itselde as wat dy geande hâld” staat erbij. De schrijfster heeft alleen de catalogus gelezen dacht Sape er staat op het bordje toch echt “Is wat jou beweegt hetzelfde wat je gaande houdt”. Het artikel ging verder “Je loopt er zo aan voorbij, maar als het je eenmaal opvalt, houdt het je ook bezig”.
Er kwam een vrouw naast Sape op het bankje zitten. “Ik vind het beeldje werkelijk prachtig” zei ze “maar dat woord dat had je niet moeten doen”. Sape was stil. Ze waren stil. Het duurde een tijdje “Waarom heb je dat nou gedaan? ”zei de vrouw, niet dreigend of verwijtend ofzo, ze keek er eigenlijk best lief bij. Sape zuchtte, zachtjes “Ik haat onverschil en honger en ook haat” zei Sape” Ik weet niet, ik vind dit een goed beeld, de afrikaantjes zijn fleurig en zacht maar spreken van haat, de steen daarentegen is gemeen hard maar iedereen vindt hem lief, hoe kan dat?” Ze zwegen een tijdje. “Ik weet het niet” zei de vrouw “ik ben een kindje verloren en als ik deze steen zie dan moet ik daar aan denken". Ze aarzelde “Ik ga nu weg “zei ze. Ze raakte Sape even aan de schouder. Sape ging naar de maaltijd, de band begon te spelen, het was avond op Dekema en de vliegtuigen zwegen.